Schilderijen
Filosoof Eric Bolle over mijn schilderijen.
Verlatenheid bij Ziegelaar, du Bouchet en Trakl – Streven (streventijdschrift.be)
De foto’s en schilderijen van Arnold Ziegelaar laten lege landschappen zien. Er zijn verlaten schuren in de Bollenstreek, vijvers met stilstaand water, doorkijkjes tussen de bomen met een waterige zon op de achtergrond. Het coloriet van de schilderijen is niet altijd realistisch, maar doet met zijn grijzen, violetten en bruinen eerder denken aan het expressionisme. De natuur is niet natuurlijk maar bezig zichzelf te spiegelen en zij is verlaten, want er zijn geen dieren of mensen. Het geheel lijkt eerder dood dan levend, eerder uit anorganisch dan uit organisch materiaal samengesteld. Ik blijf er naar kijken en voel de immense zeggingskracht van dit werk….
De mens staat niet meer centraal, hij is verdwenen in de alomvattende aanwezigheid van een universum dat zich niets aan hem gelegen laat liggen. Het gevoel van ontheemding dat dit werk oproept noemt Ziegelaar aardse mystiek. In de aardse mystiek gaat het niet alleen om ontheemding. Zij omvat een rijker palet aan stemmingen, ook bijvoorbeeld verwondering en vervoering. In de notie van het desolate wordt de ontheemding geëxploreerd, maar er zijn ook andere exploraties mogelijk. Het gaat om een verbondenheid met de omgeving die wordt beleefd in eenzaamheid. Onherbergzaamheid en zinloosheid zijn fundamentele ervaringen van onze tijd.
Het desolate laat de dingen zien in hun mysterie, los van hun context en het nuttige gebruik. De zin is weggevallen, de toe-eigening is voorbij, abstrahering en betekenisgeving helpen niet meer. Maar de dingen zijn er nog wel en tonen zich in hun naaktheid. Er is geen verhaal meer om te vertellen want er zijn geen mensen meer met wie iets gebeurt. Je ziet ‘de zinloosheid, het desolate, het kalme mysterie van de dingen en de diepte zonder boodschap’. Wat overblijft zijn alleen maar de dingen en de ruimte en de tijd waarin zij verkeren. Er bestaat ‘niets meer behalve de condities van ruimte en tijd’, zoals Hölderlin schrijft tegen het slot van zijn Opmerkingen over Sophokles’ Oedipus.
Het bestaansmysterie ontstaat omdat wij individuen zijn die van elkaar zijn gescheiden maar zich ieder op hun eigen moment in de tijd (en niet op een ander ogenblik) en op hun eigen plek (en niet ergens anders) in de ruimte bevinden. Individuele posities in ruimte en tijd leiden tot existentiële eenzaamheid. Wij zijn allemaal uit elkaar. Dit desolate is niet een of andere aberratie van de moderniteit maar eenvoudigweg ‘de tijd-ruimtelijke onderbouw van alle verschijnselen’. (blz. 43) Er zit dus niets negatiefs of depressiefs aan (wat iedereen meteen denkt als je over het desolate begint), het is eenvoudigweg de basis. Je kunt het desolate ook herkennen zonder zelf eenzaam te zijn. Maar inderdaad als er alleen maar basis is, dan is dat leed, en leed dat is waarvan Hölderlin zegt dat het ontstaat wanneer er niets meer is behalve de condities van ruimte en tijd.
Al met al niet een, maar de elementaire ervaring. Het schilderij als ‘metafysisch instrument dat laat ervaren wat onder onze alledaagse pragmatiek en esthetiek verborgen ligt en wat tegelijk oorsprongskarakter heeft’. Ik ben erg blij met het werk van Ziegelaar en met zijn uitleg daarover. Niemand kan zo goed uitleggen wat een elementaire ervaring is en je die ervaring laten opdoen.
Regen boven het land
Veld en bos
Meertje
Water in bos
Bomenrij bij zonsondergang
Tuinschuurtje
Slootspiegeling
Bosrand in de avond
Schuren, acryl op doek VERKOCHT
Schuren bij sloot
Boomspiegeling, acryl op doek
Boom spiegeling, acryl op doek, VERKOCHT